Afspraak maken

Geen bedrijfsvoorheffing voor bepaalde schoolverlaters tijdens het laatste kwartaal 2020.

Traditiegetrouw komen er het laatste kwartaal van het jaar veel schoolverlaters op de arbeidsmarkt. Omdat dergelijke profielen op het einde van het inkomstenjaar, de grens van het belastbaar inkomen niet zullen bereiken en in principe geen belastingen zullen moeten betalen, dient er geen bedrijfsvoorheffing ingehouden te worden op hun loon.


De tewerkstelling op basis van een arbeidsovereenkomst dient evenwel aan te vangen tijdens de laatste drie maanden van dit jaar en hun bruto belastbaar maanloon (brutoloon na aftrek van de sociale zekerheidsbijdragen ten laste van de werknemer= meestal 13,07%) mag evenwel niet meer dan 3400Euro bedragen.

Bijkomende voorwaarden om aan deze maatregel te voldoen zijn:

  1. niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht;
  2. een bepaalde opleiding of leertijd hebben beëindigd;
  3. ofwel studies met volledig leerplan van de hogere secundaire cyclus, of het derde jaar van studies met een volledig leerplan van het secundair technisch-, kunst- of beroepsonderwijs voleindigd hebben in een onderwijsinstelling opgericht, gesubsidieerd of erkend door een Gemeenschap;
  4. ofwel voor bovenvermelde studies een diploma of getuigschrift behaald hebben voor de bevoegde examencommissie van een Gemeenschap;
  5. ofwel een alternerende opleiding voleindigd hebben;
  6. ofwel via het alternerend of deeltijds secundair onderwijs, het kwalificatiegetuigschrift van de 3de graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs, het studiegetuigschrift van de 2de of de 3de graad van het deeltijds beroepssecundair onderwijs of het vakbekwaamheidsattest van de lagere cyclus van het deeltijds beroepssecundair onderwijs behaald hebben;
  7. ofwel gedurende twee schooljaren als regelmatig leerling het alternerend of deeltijds secundair onderwijs gevolg hebben. ‘Regelmatig leerling’ beduidt hierbij dat de jongere werkelijk de lessen regelmatig heeft bijgewoond;
  8. ofwel een gelijkwaardige studie gevolgd hebben in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte, voor zover de werknemer ten laste zijn van in België verblijvende migrerende werknemers of migrerende zelfstandige in de zin van artikel 45 of 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
  9. ofwel in een onderwijsinstelling opgericht, gesubsidieerd of erkend door een Gemeenschap een getuigschrift behaald hebben van hoger secundair onderwijs of secundair technisch-, kunst- of beroepsonderwijs van de tweede graad;
  10. ofwel een bewijsstuk bezitten, afgeleverd door een Gemeenschap, dat de gelijkwaardigheid vaststelt met het getuigschrift bedoeld onder b) of een toelatingsbewijs dat toegang geeft tot het hoger onderwijs. Deze optie geldt evenwel slechts op voorwaarde dat de werknemer ofwel voorafgaandelijk ten minste zes jaar studies gevolgd heeft in een onderwijsinstelling opgericht, gesubsidieerd of erkend door een Gemeenschap, ofwel het bestaan aantoont van een werkelijke band met de Belgische arbeidsmarkt door een tewerkstelling als loontrekkende werknemer in België gedurende ten minste 78 arbeidsdagen in de zin van artikel 37 van het KB van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, of door een vestiging als zelfstandige in hoofdberoep in België gedurende ten minste 3 maanden
  11. elke studie met volledig leerplan en elke bovenvermelde opleiding stopgezet hebben.

"Een diploma geeft aan wat je geleerd hebt, maar niet wat je kunt"

Op de hoogte blijven?